Krabspinnen

Gewone bodemkrabspin (Ozyptila praticola)

Web: krabspinnen maken geen web, maar gebruiken hun lange eerste en tweede potenpaar om prooien te overmeesteren. Meestal slaan ze toe vanuit een hinderlaag, goed gecamoufleerd wachten ze tot een prooi langskomt.

Habitat: op de grond, in strooisellaag of soms op lage vegetatie in tuinen, parken, bossen,…

Herkennen aan:

  • donkerbruine kleur
  • voorlijf duidelijke zwarte tekening met lichtere middenband
  • achterlijf met onduidelijke tekening, maar waarbij vaak wel twee donkere streepjes opvallen, die van het midden naar de zijkant lopen.
  • poten zwart geringd

Te verwarren met:

  • verschillende andere Ozyptila-soorten, die best door onderzoek met de stereomicroscoop van mekaar onderscheiden worden.

Grootte

♀: 3-5 mm

♂: 2,5-3 mm

Wanneer?

♀: april tot september

♂: april tot september

Gewone kameleonspin (Misumena vatia)

Web: krabspinnen maken geen web, maar gebruiken hun lange eerste en tweede potenpaar om prooien te overmeesteren. Meestal slaan ze toe vanuit een hinderlaag, goed gecamoufleerd wachten ze tot een prooi langskomt.

Habitat: komt in zonnige omgevingen voor zoals grasland, bosranden, maar ook in tuinen. Wordt heel vaak gevonden op bloemen.

Herkennen aan:

  • ♀: variabel van kleur: wit tot geel tot groenig, soms met rode strepen
  • ♂: voorlijf bruin tot zwart
  • ♂: achterlijf wit met twee donkere lengtestrepen

Te verwarren met:

  • Deze soort is bij goed toekijken eigenlijk met geen enkele andere soort te verwarren.

Grootte

♀: 9-11 mm

♂: 3-4 mm

Wanneer?

♀: mei tot augustus

♂: mei tot augustus

Gewone krabspin (Xysticus cristatus)

Web: krabspinnen maken geen web, maar gebruiken hun lange eerste en tweede potenpaar om prooien te overmeesteren. Meestal slaan ze toe vanuit een hinderlaag, goed gecamoufleerd wachten ze tot een prooi langskomt.

Habitat: komt voor in veel verschillende omgevingen zoals grasland, op struiken en andere lage vegetatie, eerder in open habitats.

Herkennen aan:

  • lichte tot donkerbruine kleur
  • voorlijf met duidelijke zwarte driehoek
  • achterlijf met lichter patroon (in de vorm van een dennenboom)

Te verwarren met:

  • verschillende andere Xysticus-soorten, die enkel door onderzoek met de stereomicroscoop met zekerheid van mekaar te onderscheiden zijn.

Grootte

♀: 9-11 mm

♂: 3-4 mm

Wanneer?

♀: april tot augustus

♂: april tot augustus

Groene krabspin (Diaea dorsata)

Web: krabspinnen maken geen web, maar gebruiken hun lange eerste en tweede potenpaar om prooien te overmeesteren. Meestal slaan ze toe vanuit een hinderlaag, goed gecamoufleerd wachten ze tot een prooi langskomt.

Habitat: op bladeren van struiken en bomen

Herkennen aan:

  • licht achterlijf met duidelijk afgelijnde donkere figuur in de vorm van een blad, met daarin lichtere vlekken (soms afwezig).
  • ♀: voorlijf en poten lichtgroen
  • ♂: voorlijf geel tot groen, voorste twee potenparen met donkere banden

Te verwarren met:

  • Struikkameleonspin, maar de donkere tekening op de rugzijde van het achterlijf heeft een andere vorm (vaak een onvolledige driehoek).

Grootte

♀: 5-7 mm

♂: 3-4 mm

Wanneer?

♀: mei tot juni

♂: mei tot juni