Webben

Spinnen zijn het best gekend voor de webben die ze maken. Een web is dan ook cruciaal voor een spin. Het zorgt voor onderdak, bescherming en het vangt prooien! Hieronder kan je een overzicht van de meest voorkomende webben in België. Maar wist je dat meer dan de helft van alle spinnensoorten zelfs geen web maken om prooi te vangen? Ze gebruiken hun kaken en poten om hun prooi te overmeesteren. Wolfspinnen en springspinnen zijn perfecte voorbeelden hiervan.

Hangmatwebben lijken wel wat op trechterwebben omdat ze ook een mat-achtig laag hebben, maar die van een hangmatweb heeft niet zo veel lagen. Ook ontbreekt de trechtervormige schuilplaats, de spin is vaak ondersteboven hangend in het web terug te vinden. Net zoals het web van de Gewone doolhofspin heeft een hangmatweb vertikale draden boven de hangmat. Deze dienen om vliegende insecten te onderscheppen en op het web te doen vallen. Dan bijt de spin, die ondersteboven hangt, de prooi door het web. Op een ochtend met veel dauw vallen de hangmatwebben extra op in het gras. Dan pas kan je zien hoeveel het er zijn!

  • Lijkt wat op een (hang)mat
  • Vertikale draden
  • Spin vaak ondersteboven
  • Hangmatspinnen (Linyphiidae)

Dit is een eenvoudig, primitief web dat bestaat uit een spinselbuis waaruit verschillende struikeldraden zich uitstrekken. Deze webben worden vaak gemaakt in een spleet in de muur of tussen boomschors. Als een prooi één van de struikeldraden aanraakt, dan schiet de spin snel uit zijn schuilplaats en grijpt de prooi. Door de stervormige positie van de struikeldraden kan de spin ook meteen weten waar de prooi zich bevindt! Dit soort web wordt gemaakt door de Zesoogspinnen (Segestriidae), waarvan de Muurzesoog (Segestria bavarica) een veel voorkomende soort is. Overdag verstopt de spin zich in de spinselbuis, maar ’s nachts zit ze klaar om prooien te overvallen. Dan kun je de voorste poten en een deel van de kop zien!

  • Spinselbuis
  • Struikeldraden
  • Zesoogspinnen (Segestriidae)

Trechterwebben zijn horizontale webben die wat op een mat lijken. Aan de achterkant zit een trechtervormige schuilplaats waarin de spin zich verstopt. Als een prooi op het web vastraakt, dan snelt de spin vliegensvlug naar buiten en sleurt de prooi in de trechter. Vaak worden deze webben in een hoek gemaakt en kunnen ze heel groot en opvallend worden. De best bekende trechterwebben zijn die van de huisspinnen, je kan de webben dan ook vaak zien in de hoek van de  garage, tuinhuisje, kelder,…

De Gewone doolhofspin, die familie is van de huisspinnen, voegt nog iets extra toe aan haar trechterweb. Vertikale draden waardoor ook vliegende insecten kunnen gevangen worden. Die vliegen tegen de draden en vallen zo op het web. Je kan deze webben in de zomer zien op lage vegetatie, vaak in grote aantallen!

  • Plat web
  • Lijkt op een mat
  • Met trechtervormige schuilplaats
  • Huisspinnen (Agelenidae)

Dit is het typische web dat je voor je raam ziet hangen of dat opgespannen staat tussen planten. Het is een plat, rond web dat je meteen kan herkennen want het lijkt inderdaad heel sterk op een wiel. Zo zijn er steundraden die als wielspaken vanuit het centrum naar buiten lopen. Aan deze draden hangt geen kleefstof, de spin gebruikt ze dan ook om zich langs te verplaatsen. Één van deze draden functioneert als een signaaldraad die de trillingen doorgeeft als de spin niet in het web zit. Volg je deze draad, dan vind je de spin!

Het web heeft ook spiraaldraden waaraan kleine druppeltjes kleefstof hangen om zo prooien te vangen. Maar ook met deze draden hebben wielwebspinnen geen probleem. Aan hun poten hebben ze klauwtjes waardoor ze zich gemakkelijk over het web kunnen verplaatsen. Soms zie je in het midden van het web een laddertje van draden. Dit heet het stabilimentum. Sommige spinnen versieren hun web ermee om prooien te lokken, zichzelf te camoufleren of het web te doen opvallen voor vogels zodat ze het niet kapotmaken.

  • Plat, rond web
  • Verticaal of horizontaal
  • Spaken en spiraaldraden
  • Soms stabilimentum
  • Gemaakt door wielwebspinnen (Araneidae), Strekspinnen (Tetragnathidae) en wielwebkaardespinnen (Uloboridae)

Hieronder vallen verschillende soorten webben, die allemaal een open, ruimtelijk en een wat wanordelijk uitzicht hebben.

Zo heb je het galgweb van de Kogelspinnen (Theridiidae), wat bestaat uit wirwar draden en strak gespannen draden tegen het oppervlak. Deze draden hebben kleine druppeltjes kleefstof. Als een kruipend insect hieraan vast komt zitten, schiet de draad los en wordt de prooi van de grond getild. Een ander voorbeeld is het kaardeweb dat ook bestaat uit wirwar draden en gesponnen wordt door de Nachtkaardespinnen (Amaurobiidae). Deze webben kan je vaak tegen muren terugvinden en bevatten geen kleefstof. Wel kamt de spin met de achterpoten de zijde waardoor die heel sterk opgekruld raakt (kaarden). Dit zorgt ervoor dat het web werkt zoals velcro en is een heel efficiënte manier om insecten te strikken. Ook de Grote trilspin, die je vaak in de hoeken van de garage, tuinhuisje of badkamer ziet, maakt een wirwar web.

Galgweb

  • wirwar draden
  • strak gespannen draden tegen oppervlak met druppeltjes kleefstof

Kaardeweb

  • wirwar draden
  • “gekamde” zijde, werkt als velcro